ARTIST INFO
JILL HILLEGER BAND (B)
my space
cd review
demo
|
CONCERT REVIEW
Hoegaarden, het bastion van het witbier. De zelfgedeclameerde (h)oppergod Inbev besloot een tijdje geleden de productie van het Hoegaardse Witbier over te hevelen naar een grote brouwerij, een vijftigtal kilometer zuidoostelijker. Eén en ander blijkt nu een verkeerde zet geweest te zijn. Als men een streekbier uit zijn regio weghaalt, houdt het immers op met een streekbier te zijn, nogal wiedes. De rehabilitatie schijnt nu in gang geschoten te zijn. Goed nieuws dus.
En nog meer goed nieuws. Mijn eerste bezoek aan café 't Nieuwhuys was voor mij een openbaring. Of dat nog kan ? Jazeker, beste lezers, ondergetekende kan nog steeds als een kind een vol gemoed krijgen. Ondanks zijn talrijke omzwervingen langs 's lands verbruikshuizen, geraakt hij nog steeds onder de indruk van de gezelligheid van sommige van die oorden. Mocht 't Nieuwhuys dichter aan mijn officiële adres palen, zat ik er alle dagen. Want ook zijn kleine restauratie zou van superieure kwaliteit zijn, aldus een insider. Ik maakte er ook kennis met een voor mij totaal nieuw biertje. Yep, zelfs dat is nog mogelijk. Alpaïde noemt deze donkerbruine, naar een plaatselijke gravin die in de duistere middeleeuwen over deze contrijen heerste. Dit bier wordt lokaal gebrouwen, lokaler kan al niet, want het brouwproces vindt plaats zo'n goeie drie voet onder je eigen voeten. In de kelders dus voltrekt zich een productie die net groot genoeg is om een zestal etablissementen in de regio te bedienen. Artisanaal, artisanaler, artisanaalst. En verdomd lekker, na een zestal van deze bekers wordt het leven terug rooskleurig.
Na deze locatieschets, over naar waar we voor gekomen zijn, blues met de Jill Hilleger Band. We hebben ze al een paar keer aan het werk gezien, maar desondanks, of liever net daarom zijn we hier weer present.
De band zet in met een jazzy instrumentaaltje dat precies in het decorum van 't Nieuwhuys past. Willy De Vleeschouwer (zie ook Maxwell Street) is het gitaarspelen nog niet verleerd en zet ons een sfeer neer van een Greenwich Village-jazzclubje. Goed begonnen, half gewonnen. Harry Van Buel aan de toetsen laat zich ook niet onbetuigd, en dat schrijft vanzelf al een gezonde concurrentie voor tussen twee solisten en daaruit voortvloeiende kwaliteit. En toen kwam Jill Hilleger het podium opgespoord met het nummer "Night Train". Eén en al energie, ik hoor als vanzelf de hete stoomfluit in de verte, een waarschuwing, van de rails af want dit gevaarte komt niet tot stilstand. Jill stelt zichzelf voor. Ze is afkomstig van West-Vlaanderen, maar woont momenteel in Hent. Dat ligt centraler, zegt ze. Jill draagt vandaag een suggestief licht retro-kleedje met pantermotiefje en bijhorende balletschoentjes als om haar bewegingen nog katachtiger te laten verlopen. Er manifesteert zich enige onrust onder de mannelijke bevolking van het café. Geschuifel van stoelen, reikende halzen, plotseling kettinggerook. Inderdaad. Miss Hilleger beschikt over méér troeven dan alleen maar een prachtige stem en ze weet ze ook te gebruiken. Waar ze met haar stem onze diepste zieleroerselen kan in beweging brengen, bereikt ze met haar lichaamstaal een gelijkaardig effect, zei het dan geen zieleroerselen. Maar we laten ons afleiden. Met "Mama Told Me Not to Come" in de versie van Three Dog Night, een prachtnummer overigens, en vast en zeker mijn favoriet, zet ze ons weer op één been. Ook met "Tears of Joy" komen de gemoederen niet tot bedaring en "You Let Me Down Again" doet daar nog een schep bovenop. Bij "Twenty Four Hours a Day" begint het bij iedereen te dagen. Dit zou een onmogelijke klus wezen. Maar zoals ze "Popcycle Tones" brengt hoef je daar niets meer bij te fantaseren. "Empty Bed Blues" dan en de eerste set wordt afgerond met Bozz Scaggs' "I'm Sick and Tired". Van deze show wordt ik niet ziek, zeker weten, hoogstens een beetje moe. Ik ben ook maar een mens. En als ik mag kiezen uit welk een verpakking een goeie soulstem opborrelt, verkies ik de huidige boven die van een zeventigjarige deerne van net geen honderdzestig kilo.
Een kwestie van smaak, dat geef ik grif toe.
Set twee wordt afgetrapt met een Robben Ford, waarvan de titel mij momenteel ontsnapt. Die Al Queda toch. Wat zeg je ? Al Païda ? Ja, natuurlijk. Nog drie dan maar en twee pintjes, graag. "A Change Will Do You Good" klinkt het uit volle borst. Ik weet het, Jill. Maar hoe begin je d'raan ?
The Band toont zich van zijn beste kant. Hoe kan het ook anders als er geen slechte kanten aan zitten. Een speciale vermelding met stip voor de rhythm section, Eric De Wolf, bass, en Gerry d'Haeyer, drums. Ze hebben geen steek laten vallen, geen enkele keer. En dat is niet alleen mij opgevallen. "Money Honey" rockt, "You Don't Love Me No More" klinkt triest en in dezelfde lijn ligt "So Alone" een hoogst ongebruikelijke Pat Benatar. De parels volgen mekaar op, we hebben haast geen tijd om te ademen. Jill lurkt aan haar sigaar. "Wie heeft er een vuurtje ?" Nagenoeg de hele zaal heeft een vuurtje. In "Blueslover" komt de liefde voor de muziek er helemaal uit, en het laatste nummer "Goodtime" wordt lekker uitgesponnen met mooie solo's van Willy gitaar en Harry klavier. Maar helaas, telkens weer zal blijken….alle mooie liedjes zijn eindig, zelfs hier in Hoegaarden. Jill komt nog één keer terug, alleen, zonder de band voor een zeer schoon en ingetogen "You Can Sacrifice Me" a capella, met naakte stem. Breekbaar, gedurfd. Ze kan het.
Nog wat gezellig nagekeuveld. Hoe gaat dat in een gezellige ambiance, en dan back home.
Merçi Jill en band voor een geslaagde avond.
Merçi ook Jan en Mieke van 't Nieuwhuys en lady Alpaïde.
en op verzoek...
witteMVS |